Het beleggingsstatuut

Het beleggingsstatuut, omdenken bij de intake vermogensbeheer

Voordat de uw bank of vermogensbeheerder voor u gaat beleggen wordt u de hemd van het lijf gevraagd om tot een passende oplossing te komen. Vragen variërend van uw vermogen en inkomen tot zelfs uw hoogst genoten opleiding. Vervolgens trekt zij een risicoprofiel uit de kast en komt vaak met een standaardportefeuille met de boodschap dat dát de beste oplossing is.
Het proces kan ook worden omgedraaid. Dat kan door het instellen van een zogenaamd beleggingsstatuut. U geeft zelf aan wat u wel en wat u juist niet wilt. Vervolgens stapt u naar een bank of vermogensbeheerder en vraagt u om een passende maatwerkoplossing. Institutionele beleggers maken al een gebruik van, waarom particuliere beleggers niet?

Uit welke onderdelen bestaat een beleggingsstatuut?

Beleggingsdoelstellingen en Risicotolerantie

In een beleggingsstatuut worden de doelstellingen vastgelegd en het risico dat gelopen kan worden. Dit is mede afhankelijk van de beleggingshorizon.


Strategie en Allocatie

Het statuut beschrijft de beleggingsstrategie, zoals het gebruik van aandelen, obligaties, onroerend goed en andere activa.

Diversificatie

Diversificatie is essentieel om risico’s te minimaliseren. Een beleggingsstatuut benadrukt het belang van spreiding over verschillende beleggingscategorieën. Dit voorkomt dat alle eieren in één mandje worden gelegd.


Monitoring en Evaluatie

Het beleggingsstatuut bevat procedures voor regelmatige evaluatie van de portefeuille.


Conclusie

Het beleggingsstatuut is niet alleen voor stichtingen en institutionele beleggers. Ook particuliere beleggers kunnen profiteren van deze gestructureerde aanpak. Goede en duidelijke afspraken zorgen voor een beter proces met optimale vertaling van uw wensen en doelstellingen in uw beleggingen. Het beleggingsstatuut maakt het mogelijk om de vinger aan de pols te blijven houden bij de noodzakelijke continue monitoring van afspraken tussen u en uw beleggingsadviseur en vermogensbeheerder.